- Wie ben jij?
Weet jij wie je bent?
- Wie ben jij?
- Hoe zie jij jezelf?
- Hoe zien anderen jou?
Waar is jou identiteit op gebouwd?
Identiteit is een kopie, een afspiegeling van iets of iemand.
Identiteit is je Identificeren, je vereenzelvigen met een persoon of met iets, je bent dan een met datgene waarmee je jezelf identificeert. Je lijkt erop, of wil er graag op lijken.
Identiteit, zoals de samenleving dat beleeft.
- Ik ben wat ik heb
- Ik ben wat ik kan
- Ik ben wat anderen zeggen over mij dat ik ben. Dit zit soms al in je naam en in je bestemming.
Dit is een verkeerde basis, want als je dood gaat;
- Heb je niets meer
- Kan je niets meer
- Na verloop van tijd praten de mensen niet meer over je.
Dit heeft geen eeuwigheidswaarde.
In 1 Kor 13 staat dat geloof hoop en liefde belangrijke zaken zijn in het leven, en dat de liefde de belangrijkste is.
- Liefde uit God is eeuwige liefde.
- Als wij liefhebben, door de liefde van God, heeft dat eeuwigheidwaarde
- Als wij liefde ontvangen van God, dan heeft dat eeuwigheidswaarde.
- We zijn gemaakt voor relatie. (naar Henri Nouwen)
2. Jezus stelt deze vraag over zijn identiteit aan zijn discipelen: wat zeggen de mensen? Waarmee identificeren/vergelijken de mensen Hem?
Mattheus 6:13
Toen Jezus in de omgeving van Caesarea Filippi gekomen was, vroeg Hij zijn discipelen en zeide: Wie zeggen de mensen, dat de Zoon des mensen is? En zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper; anderen: Elia; weer anderen: Jeremia, of een der profeten.
Jezus vraagt aan zijn discipelen wie de mensen zeggen dat Hij is.
Hij krijgt van zijn discipelen te horen hoe de mensen naar Hem kijken.
- Mensen zien dingen die er niet zijn, ze zien de dingen anders.
- Jezus is de Mensenzoon, maar sommige zien dit niet.
- Zij zien wat hij kan; Johannes de Doper,
- Johannes was onthoofd en ze denken dat dit de verschijning is van Johannes.
- Maar Jezus doopte niet, Jezus was door Johannes gedoopt, was samen met hem,
- Anderen zien wonderen, en denken dat hij Elia is.
- Anderen zien hem huilen, en denken aan Jeremia, de profeet die de last van anderen droeg.
- Toch zien de mensen dit in hem ze zien iets in hem wat hij niet is.
Wat ze ook denken, wat ze ook menen te zien, ze zien niet de Messias, de Verlosser die ze nodig hebben.
Ze blijven kijken in het verleden.
Ze identificeren Jezus met iets wat is geweest, maar niet met het NU
Ze geven Jezus een andere naam, omdat ze hem dingen zien doen die de profeten eerder ook gedaan hebben, maar ze gaan voorbij aan het feit dat de Messias in levenden lijve voor hen staat.
Wat heeft Jezus NU voor jou??
4. Jezus maakt het persoonlijk: wie zeg jij dat Ik ben?
Mattheus 16:15
Hij zeide tot hen: Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben?
Jezus vraagt dan aan de discipelen wie zij denken dat hij is.
Het wordt nu persoonlijk, Hij wil dat we ons identificeren/vereenzelvigen met Hem
- Jezus wil dat jij je identiteit vindt in Hem, dat je present bent in hem, als een rank in de wijnstok. Dan kan hij jou zijn kracht geven, dan kun je groeien in datgene waar je goed in bent, waar je voor bent gemaakt.
- Jezus is diegene die je liefheeft. Hij is je schepper, hij heeft een bestemming voor je leven, en hij heeft precies in je gelegd wat je nodig hebt om te zijn wie je bent.
- Dit ontdek je in relatie tot de Schepper.
- Je ontdekt dat je geliefd bent.
Vraag:
Wat zie jij in Jezus? Zie je Hem zoals Hij is, of zoals je denkt dat Hij is, zoals Hij
het jou uitkomt zoals hij is? Dit gaat niet werken hoor, Jezus is Jezus en niet wie
jij denkt dat hij is.
Petrus komt dan met een openbaring, die hij door de Geest krijgt. Het is niet de mens Petrus die dit zegt, maar de geest laat Petrus zien wie Jezus werkelijk is.
Als jij zegt wie Jezus is, zegt Jezus wie Jij bent!
Wie mij belijdt voor mensen zal ik belijden voor de Vader.
Mattheus 16:15
Simon Petrus antwoordde en zeide: Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God! Jezus antwoordde en zeide: Zalig zijt gij, Simon Barjona.
Oude of verkeerde naam
Wat anderen over je zeggen
Veel problemen ontstaan als je niet weet waar je vandaan komt, als je niet weet wat je wortel is, als je niet weet waar je een kopie van bent.
Het geeft ook problemen als het een opgelegde naam is en je moet op iemand lijken.
Wat je kunt
Mensen kunnen verslaafd/gericht zijn aan goedkeuring en complimenten.
Mensen kunnen verslaafd zijn aan bevestiging.
Mensen zijn gevoelig voor eer.
Maar het helpt ze niet om te worden, zoals Jezus ze heeft bedoeld
Wat je hebt
Mensen kunnen verslaafd zijn aan bezit, omdat mensen dan naar ze opkijken en zeggen; die heeft het goed voor elkaar.
Mattheus 16:17b
Want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar mijn Vader, die in de hemelen is. En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze Petra zal Ik mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen.
Ik zal u de sleutel geven van het Koninkrijk der hemelen, en wat gij op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen, en wat gij op aarde ontbinden zult, zal ontvangen zijn in de hemelen.
Leer te denken zoals Jezus denkt over jou en hoe Hij je ziet.
Simon, zoon van Jona, was zijn menselijke naam. Simon betekent luisteren. Hij was wispelturig, hij ging van alles naar niets. (“Nee Heer, ik zou u moeten wassen”- “ Oh, was mij dan maar helemaal!” “Nee Heer ik zal u niet verraden, ik zal met u sterven”- “Nee, ik ken hem niet.”) Hij lijkt op een rietje die heen een weer bewogen wordt met de wind. Het hangt af wat hij hoort.
Jezus ziet iets in hem. Hij kijkt naar de oprechtheid van het hart.
Hij bidt voor Simon dat hij door en crisis heen komt
Hij ziet hem als een rots, waar hij de kerk op bouwt.
Petrus is de eerste die naar het graf rent. Petrus is de eerste die over water loopt. Petrus is de eerste die Jezus herkent. Petrus is de eerste die op de Pinksterdag gaat spreken. Petrus is diegene die een wonder verricht bij de verlamde man. Petrus is de eerste die een Heiden doopt.
Heb jij je wel eens afgevraagd waarom Petrus in de gevangenis slaapt?
- Hij wist dat hij niet in gevaar was
- Waarom? Jezus had gezegd dat hij oud zou worden.
Wat ziet Jezus in jou? Waar heeft Jezus jou voor geroepen?
Abraham als vader van de vele gelovigen
- Abram betekent “verheven vader.” Hij was vader, maar had niet de beloofde zoon gekregen. En Sarai betekent ’de vorstelijke of de prinses”
- Genesis 17:5 God zegt tegen hem dat hij Abraham zal heten, ‘vader van een menigte, of aanvoerder van een menigte /velen’ en Sara betekent: ‘de vorstin, die over een volk staat.’
- Beide gingen in de nieuwe naam staan en brachten Izaak ter wereld.
- Abram ging staan in de belofte, die God hem door het verbond had gegeven.
Simon Petrus:
Zijn vader noemt hem Simon:
- Hij kan vissen.
- Hij heeft een boot en een net.
- De mensen zeggen dat hij een visser is.
Jezus noemt het Petrus, Rots.
Hij ziet een visser van mensen in hem en geeft hem de sleutels van het Koninkrijk der Hemelen.
Zijn karakter is wispelturig, zijn naam Simon betekent luisteraar.
Simon Petrus luisterde in het begin naar te veel dingen.
Zijn oude naam zegt dat hij wispelturig is en als een rietje met de wind meebeweegt.
Jezus zegt dat hij een vastigheid is, een rots, een stabiel persoon.
- Van zijn vader kreeg hij netten om te vissen
- Van Jezus kreeg hij de sleutels van het Koninkrijk der Hemelen.
- Petrus ging staan in de belofte, in de kracht van de Heilige Geest.
- Drieduizend zielen kwamen tot leven!!
Wat God je geeft, neemt hij niet terug.
- Dit zien we bij Petrus, Hij verloochende Jezus. Daarna gaat Petrus vissen Hij keert terug naar zijn oude naam)
- Dan roept Jezus hem opnieuw uit de boot.
- Als je een fout maakt, zeg dan net als Jezus tegen Petrus: ‘Ga weg Satan’, ipv ‘Ga weg Petrus!’
- Dit zien we ook bij Abraham. Hij maakt een fout met Hagar, maar krijgt nog steeds zijn beloofde zoon. Dertien jaar na Egypte spreekt God weer, 13 jaar na Ismaël spreekt God weer.
- Sara lachte omdat ze niet kon geloven dat ze een vorstin zou zijn, ze was kinderloos.
- Toch krijgt ze de zoon.
En jij:
Wat kun je? Wat heb je? Wat heb zeggen de mensen dat je bent?
Wat is jouw identificatie? Met wat of wie ben je een? Met het oude of het nieuwe?
Welke naam heb jij gekregen? Welke naam geef je Jezus?
Durf jij in de naam en bestemming te gaan staan die Jezus voor je heeft?
Durf jij in de kracht van de Heilige Geest te gaan wandelen, in je nieuwe naam?